- Оνድηаያθ р օщևճ
- Оքιլин р муնናቻաζаզе
Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt. De onregelmatige werkwoorden willen, kunnen, zullen en mogen zijn daarop een uitzondering.
De zinnen met wilt zijn geen ongelukjes. Als je goed oplet, merk je dat heel veel mensen - hoe jonger hoe vaker - steevast hij wilt (en zij wilt, (n)iemand wilt, de buurman wilt) gebruiken in plaats van hij wil. Van de zestigplussers geeft in de enquête nog 82% aan dat ze hij wilt echt fout vinden. Van de dertigminners nog maar een
Hoe zit het precies? Bij bijna alle werkwoorden eindigt de vorm die in de tegenwoordige tijd bij hij, zij en het hoort (de 'derde persoon enkelvoud') op een t . Op de hoofdregel bestaan een paar uitzonderingen. Natuurlijk hij is, maar ook hij kan, zal, mag en wil. Kunnen, zullen en mogen hebben meer onregelmatige vormen in de tegenwoordige tijd.Hij wil / hij wilt Wat is juist: 'Hij wilt een huis kopen' of 'Hij wil een huis kopen'? Juist is: 'Hij wil een huis kopen.' Er komt dus geen t achter wil. Uitleg Achtergrond In het Standaardnederlands is alleen hij wil juist. Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor..