'Hij wil' of 'hij wilt'? Dan de volgende vraag: is het 'hij wil' of 'hij wilt'? Zoals je in het vervoegingsschema van 'willen' hebt kunnen zien, schrijf je in alle gevallen 'hij wil'. 'Hij wilt' bestaat niet. Je kunt dus niet zeggen: De minister-president wilt zijn mening geven. (fout) Home Knowledge Base Veelgemaakte fouten Hij wil of hij wilt? | Correct gebruik & Voorbeelden Hij wil of hij wilt? | Correct gebruik & Voorbeelden Gepubliceerd op 16 december 2022 door Julia Merkus . Bijgewerkt op 21 februari 2023. Hij wil, zonder t, is de enige correcte variant.
Je/jij: wil of wilt Hij/zij: altijd 𝘄𝗶𝗹 gebruiken Welke uitleg wil je graag in de volgende taaltip zien? Laat het me weten! < Terug Hoe en wanneer gebruik je wil en wilt? Uitleg over de spelling van deze woorden en wanneer je welke vorm gebruikt. Is het jij wil of wilt?
ik wil - ja chcę jij/je wilt - ty chcesz (Wil jij?) hij wil - on chce zij/ze wil - ona chce u wilt - Pan/Pani chce. wij willen - my chcemy jullie willen - wy chcecie zij/ze willen - oni one chcą u wilt - Państwo chcą
  1. Оνድηаያθ р օщևճ
  2. Оքιլин р муնናቻաζаզе
Hij/zij wilt: fout! In zinnen als 'Hij wilt niet opgeven' en 'Zij wilt graag een nieuwe auto' geldt wilt als een flinke fout. 'Hij wil niet opgeven' en 'Zij wil graag een nieuwe auto' zijn juist. Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen - t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt* (of wilt zij*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt. Bij het werkwoord willen is de derde persoon enkelvoud gelijk aan de eerste persoon enkelvoud: hij wil, zij wil en het wil. Voorbeelden: Willen (derde persoon enkelvoud) Hij wil vanavond graag lasagne eten. Wil zij morgenavond voetballen? Het bedrijf wil het jaarrapport morgen publiceren.
Hoe zit het met je, is het je wil of je wilt? Je wilt is de algemene vorm. Je wil mag ook, maar wordt gezien als informeler. Het werkwoord willen valt net als de werkwoorden zullen, mogen en kunnen onder het rijtje uitzonderingen. Bij elk van deze werkwoorden geldt dat de vorm van de eerste persoon gelijk staat aan de derde persoon.
zal gewild hebben. jij/u (je) zult gewild hebben. hij/zij/het. zal gewild hebben. wij (we) zullen gewild hebben. jullie. zullen gewild hebben.
Wat zij wil of wilt? Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: zij wil, wil zij. De vorm zij wilt * (of wilt zij *) is niet correct. Verzoek tot verwijderen van bron | Bekijk volledig antwoord op vlaanderen.be Is het jij wilt of jij wil? Je wilt is de algemene vorm. Je wil mag ook, maar wordt gezien als informeler.
Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt. De onregelmatige werkwoorden willen, kunnen, zullen en mogen zijn daarop een uitzondering.

De zinnen met wilt zijn geen ongelukjes. Als je goed oplet, merk je dat heel veel mensen - hoe jonger hoe vaker - steevast hij wilt (en zij wilt, (n)iemand wilt, de buurman wilt) gebruiken in plaats van hij wil. Van de zestigplussers geeft in de enquête nog 82% aan dat ze hij wilt echt fout vinden. Van de dertigminners nog maar een

Hoe zit het precies? Bij bijna alle werkwoorden eindigt de vorm die in de tegenwoordige tijd bij hij, zij en het hoort (de 'derde persoon enkelvoud') op een t . Op de hoofdregel bestaan een paar uitzonderingen. Natuurlijk hij is, maar ook hij kan, zal, mag en wil. Kunnen, zullen en mogen hebben meer onregelmatige vormen in de tegenwoordige tijd.
Hij wil / hij wilt Wat is juist: 'Hij wilt een huis kopen' of 'Hij wil een huis kopen'? Juist is: 'Hij wil een huis kopen.' Er komt dus geen t achter wil. Uitleg Achtergrond In het Standaardnederlands is alleen hij wil juist. Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor.
.